Ik zag maandagavond aan het weerbericht dat de volgende dag wel eens een magische zonsopgang kon worden. Ik had al een plek in mijn gedachte om dit hoogstandje vast te leggen. ‘Het paard van Marken’. Het was voor mij 3 jaar geleden dat ik daar voor het laatst was. Het was toen flink aan het vriezen (ik overdrijf niet als ik zeg dat het aanvoelde alsof het -20 graden Celsius was) en ik stond daar toen met verscheidene fotografen de stalagmieten van ijs vast te leggen. De enige overeenkomst van toentertijd qua weer was de wind. Het waaide behoorlijk en ik had al een mooie plaat in mijn gedachte. Met een ND-filter wou ik de dansende golven het zwijgen opleggen. Deze naast mijn gebruikelijke apparatuur ingepakt en nog Google Maps er op nagekeken hoe lang ik er over zou doen om daar te komen. Dik een uur rijden. Na even wat rekenwerk (geen telraam kwam er aan te pas) besloot ik om 5:30 de volgende dag uit bed te gaan.
5:30. Mijn benen gleden langzaam uit bed en ik kleedde me snel in de overloop om, om zo mijn vrouwlief niet wakker te maken (liefde is….je vrouw niet wakker maken als je ‘s ochtends vroeg op pad gaat). Een brok muesli naar binnen werken en nog snel kijken op Google Maps voor eventuele verrassingen. En die was er. Hij gaf nu dik anderhalf uur aan. Stomme files. Drommels…. Daar gaat mijn tijdmarge.. Snel jas aan, de Lowpro rugtas om en sprinten naar de auto. Om 7:20 zou ik daar zijn en de zon kwam om 7:54 op…..ships. Dat is niet goed. Ik wist dat ik in Marken ook nog 2,5 km moest lopen naar de vuurtoren…. Dat wordt daar een sprintje trekken.
Hevig vloekend scheurde ik over de weg. Slalommend tussen de vele auto’s en vrachtauto’s (waarbij ik dacht…”wat doen jullie zo vroeg op de weg? Wel wetende natuurlijk dat hun ook brood op de plank moeten hebben…duh) reed ik de A12 en de A1 af richting het noorden. Om 7:16 kwam ik aan bij het parkeerterrein vanwaar ik nog een half uur moest lopen. Ik stap uit en zie een parkeermeter staan. Hevig zwetend en met een donderwolk boven mijn hoofd naar de betaalautomaat. “Voer je Kenteken in”. “Donders….”. Met snelle kleine passen terug naar de auto. Snel de kenteken in me opgenomen en deze op de terugweg naar de parkeermeter een paar keer hard opgenoemd. Poging 2: “Voer je kenteken in”. Ik tikte de kenteken in. “Druk met de pijltoetsen hoe lang je wilt staan”. Als een soldaat die morse-code aan het versturen was drukte ik de pijltjes toetsen in. “Wat een k%$te systeem”. Snel mijn bankpas er in. Het beeldscherm flikkerde. “Voer je kenteken in”. “Wat?!” Te snel gehandeld blijkbaar. 7:19…. Snotver…. Knarsetandend het kenteken ingevoerd vervolgens als een gek op de pijltjes lopen rammen om de juiste parkeertijd te krijgen en met wijdopen ogen gewacht wat de volgende handeling moest zijn. “Voer je bankpas in”. Bankpas erin. “Betaald”. Hehe…op naar de volgende hindernis. Snelwandelen naar de vuurtoren.
In de verte zag ik bewolking met wat open plekken. Dit kan de zonsopgang worden waar ik op hoopte. Ik heb nog een kans als ik de 2,5 km snel loop. Gelukkig had ik afgelopen jaar de Nijmeegse vierdaagse gelopen en af en toe liep ik toen boven de 6 km per uur. “Ik kan het redden. Kom op Ap. Knallen”. Met vermeende passen en een paar kilo aan foto apparatuur op mijn rug richting de vuurtoren. Onderweg kwam ik nog de eigenaar van de vuurtoren tegen (waarschijnlijk moest hij nog bij Deen wat koffiemelk halen of iets dergelijks) die wel gedacht zou hebben: “Daar heb je er weer zo één die mijn huis vast gaat leggen. Moet er eens geld voor gaan vragen”.
7:45 Hevig zwetend kwam ik aan waar ik wou zijn. Ik had mijn lichaamsbeweging wel even gehad. Nu mag mijn brein aan de gang. Snel om me heen kijkend moest ik een plan maken hoe ik de shoot zou gaan doen. De zon was nog onder en de bewolking had zich goed verspreid. Dat was een pluspunt. Thuis had ik gekeken waar de wind vandaan kwam, het zuidwesten. Ik wist dus ook dat de rechterkant van de vuurtoren mijn werkplek zou worden. De golven daar waren goed in beweging en botste hevig tegen de rotsen en het aanliggend strandje. Het strandje zorgde voor een mooie lijn naar ‘het paard van Marken’ wat voor mij dus aanleiding was om me daar op te richten. Met de 16-35mm en de Benro ND-fliters op de camera, die zijn balans had op de 3-Legged thing tripod, kon ik aan de slag. Mijn creatieve hersenspinsels bleven doorgaan. “hmmmm….welke nd-filter ga ik er op zetten. Het is nog donker genoeg…de 6 stops it is.”, “Waarom staat die trekker er nu? Ik ga nu niet wisselen met de objectief, moet je net zien dat dan juist de zon op komt.”, “Waar loopt die lijn…ah…daar…De statief staat hier op de rotsen goed. Als hij maar wel goed blijft staan”. Menig fotograaf zal dit wel herkennen.
Over het algemeen ben ik tevreden met het resultaat. Maar het had ook rustiger en relaxter af kunnen lopen als ik mijn planning wat beter voor elkaar had. Zo had ik moeten weten dat het druk kon zijn op de weg en ik hier een half uur extra tijd voor kon rekenen. Ook had ik even informatie kunnen verschaffen op internet betreffende de parkeergelegenheid in Marken. Dan kwamen de parkeermeters niet als verrassing. Goede voorbereiding zit niet alleen in de apparatuur, maar ook in de planning. Dit voorkomt dat je geen last hebt van spierpijn in je billen, door de pinguïnachtige stappen die ik maakt onderweg naar de vuurtoren, en dat je niet als een zombie terug rijd naar huis, doordat je gestresst achter de feiten aan loopt.
Leave a reply